Aan de andere kant had het binnenkomen misschien wat lastiger moeten zijn. Het lijkt er soms op dat Hogescholen hun eigen kunnen en kennis overschatten en zichzelf daardoor bovengemiddeld competent wanen op een voor hun nieuw onderwerp. Niet geheel ongevaarlijk wanneer een vakgebied zoals Bidmanagement langzaam de collegezalen binnensluipt.
Van een Hogeschool mag je toch verwachten dat zij voorafgaand aan de introductie van een vakgebied een analyse van de markt, de gepresenteerde theorieën en de conceptualisering van praktijkcases hebben uitgevoerd. Helaas lijkt de waarschijnlijkheid dat een dergelijke toets voor kwaliteit is uitgevoerd mij uiterst klein.
Vanwaar deze aanmatigend stellige aanname? Een eerste aanwijzing zit hem in de benaming: “keuzevak Bid- en Tendermanagement”. Deze Hollandse ziekte om het vak van ‘Bidmanager’ in één woord te combineren met een rol aan de inkoopkant ‘Tendermanager’ is al genoeg om een paar pagina’s te fulmineren over gemakzucht en desinteresse. Daarbij presenteert de Hogeschool Bidmanagement als keuzevak (en niet slechts een gastcollege), waardoor lijkt het alsof de Hogeschool hiermee de juiste toepassing van kennis voorstelt.
Zoals Socrates al stelde, alleen wat gezegd kan niet als kennis worden aanvaard, tenzij wat gezegd wordt zowel logisch waar is, als voldoende gerechtvaardigd. Wat duidelijk aangeeft waar het volgende zorgelijke punt zit. “Ervaring zonder theorie is blind”.
Praktische ervaring is een waardevolle aanvulling in het leren maar geldt uiteraard niet als gerechtvaardigde kennis. De vaak populaire praktijkcases waarin we kijken naar geselecteerde bedrijven en acties met uitkomsten hebben die het label ‘succes’ verdienen, geven per definitie een gebrekkig beeld van de werkelijkheid. Niet alleen omdat het bijna altijd gaat om iconische en dus uitzonderlijke bedrijven, maar vooral omdat ‘lessen’ gebaseerd zijn op acties die nooit structureel succesvol te herhalen zijn; simpelweg omdat de omstandigheden waarin ze werden ondernomen in de toekomst nooit dezelfde zullen zijn.
Spannende praktijkvoorbeelden en kleurrijke begrippen als ‘Black hat-sessies’, warrooms en ghosting hebben een hoog entertainmentgehalte maar bereiden niemand voor om succesvol te zijn in de functie van Bidmanager als geen theoretische achtergrond wordt gegeven. En hoe spannend en leuk het vakgebied Bidmanagement ook is, ‘Disneyficatie’ dreigt wanneer hier de focus op komt te liggen.
Opleiding is filter voor kwaliteit
“Ervaring zonder theorie is blind”, maar om deze quote van Kant volledig te maken, “maar theorie zonder ervaring is niet meer dan een intellectueel spelletje”.
Begrijp me goed, praktijkervaring is essentieel. De 10.000 uren praktijk van Malcolm Gladwell als het magische nummer voor grootsheid, mee eens. Maar wel ervaring opdoen vanuit een gedegen basis. Als Hogeschool-student wil je kunnen toepassen wat je leert. Meer focus op basiskennis maken de praktijkcases automatisch leerzamer. Tenslotte dat wat wordt onderwezen is alleen van waarde als het de kwaliteit van jou als Bidmanager verhoogt. Dat is ook waarom theorie en praktijk een gemeenschappelijk belang hebben. De praktijk wil immers altijd beter handelen, terwijl de wetenschap draait om kennis. En hoe kun je beter handelen als je niet beter weet?
De verwatering van kwaliteit
In tegenstelling tot wat onkunde overschreeuwende en populistische monden beweren, is ons vakgebied niet dusdanig nieuw dat alles nog ontdekt en ontgonnen moet worden. Al decennialang staat er een theoretisch raamwerk, gefundeerd op onderzoek en best practices. Al decennialang is er een beroepsvereniging en bestaat er naast nationale programma’s een internationale opleiding. En, misschien wel het beste criterium voor een volwassen vakgebied, een groep van pseudo-bidspecialisten die dit alles ontkennen, negeren of op basis van eigen onkunde afwijzen.
Dat laatste is, vriendelijk verwoord, jammer. Erkennen van getoetste en aanvaarde (theoretische en praktische) kennis vormt de basis voor het borgen van een structurele kwaliteit in opleiding. Juist bij nieuwe initiatieven. Dat betekent dat Hogescholen er goed aan zouden doen om voor het vak bidmanagement de (al ruim 20 jaar) bestaande opleidingsniveaus van de APMP te omarmen. Op dezelfde wijze, waarop ze bijvoorbeeld ook met NIMA en NEVI omgaan.
Hoe kun je een expert en kenner van je vak zijn, als je niet op de schouders van de reuzen uit het verleden kunt staan. Zoals gezegd bid- & proposalmanagement ontwikkelt zich al decennialang. In die tijd zijn veel oplossingen gevonden, die de meeste organisaties nauwelijks toepassen met als triest resultaat dat er momenteel in de kwaliteit van proposaloutput en totstandkoming hiervan zelfs een tendens naar beneden is. Dus als je nu de huidige praktijk zonder de benodigde theorie de collegezalen insleept, leg je lat eerder op een zesje dan op een tien. Iedereen die nu instroomt als Bidmanager zal om zich heen kijken en concluderen dat wat nu doen blijkbaar de norm is, want iedereen doet het. Waardoor die norm ineens een zesje is in plaats van de mogelijke tien.
Stop Disneyficering en simplificering
Met een sterk groeiend aantal van aanbestedingen en RFP’s en de zelfopgelegde dwaasheid om ze ook allemaal te beantwoorden door mensen die denken dat ze het allemaal wel snappen is er straks nog maar weinig talent nodig om ‘redelijk goed’ te zijn.
Stel vragen die de Bidgemeenschap scherp houdt, stroomlijn kennis en ruim puinhoop en onjuistheden op om zo tot de beste kennis te komen. Ja, ik weet dat er onder praktijkmensen een onwil is om naar argumenten te luisteren. Maar als het hun ernst is met het verhogen van de relevantie van het vak bidmanagement, moeten de Hogescholen niet dezelfde fout maken.
Ik geloof dat de oplossing ligt in de gezamenlijke inspanning van bewezen kennis en praktijk om ons vakgebied verder te brengen. Bovendien, wanneer we erin slagen ons te bevrijden van laksheid, desinteresse en kortzichtigheid is er al veel gewonnen. Dit zal nieuwe mogelijkheden bieden voor Bidmanagementonderwijs, en het zal de simplificering tegengaan en theorie relevanter maken.
Juist op die manier behouden we een fantastisch vak!