Eindelijk is ons vakgebied tot volle bloei gekomen, bevrijd van de knellende ketens van goedwillend amateurisme en toegetreden tot een verlichte wereld van efficiëntie en effectiviteit, een wereld van automatische bekwaamheid en zorgeloosheid. Het was de blijde boodschap in Barcelona waar het jaarlijkse APMP-congres plaatsvond. Twee dagen van loutering in de poel van proposalmanagement. Twee dagen waarin nieuwe inzichten vooral werden overschaduwd door de verblindende nieuwe ster aan het firmament, AI.
Niet geheel onterecht natuurlijk, AI is binnen het vakgebied Bid- & Proposalmanagement absoluut een van de meest ingrijpende ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Met een duizelingwekkend aantal toepassingen en vooral voordelen. Een tool met ongekende mogelijkheden in combinatie met heel veel aanbidders en nog meer ‘kenners’. Kenners een overmatige bewondering van de mogelijkheden en een volledig disproportionele overwaardering. Gelukkig zijn er natuurlijk uitzonderingen: de Nederlandse bijdrage in Barcelona sprong er in het lyrische AI geweld meer dan positief bovenuit met degelijk onderzoek en een gefundeerde sterke visie op AI.
Het enige wat lijkt te ontbreken in dit feitenvrije, hitsige enthousiasme over een nieuw tool is een enigszins kritische blik op de gebruiker ervan. Je kan extatisch zijn over je nieuwe ‘state of the art’ altijd scherpe Japanse messenset, maar als je niet weet hoe je deze moet gebruiken, blijven het gevaarlijk dingen. De demagogische inzet van AI is wellicht wat minder levensbedreigend, het kan nog steeds ‘killing’ zijn voor een vakgebied als het onze.
Laatst zat ik zijdelings mee te luisteren bij een, veel te vaak terugkerende, discussie over het wel of niet toepassen van het logo of de huisstijlkleuren van de klant in je proposal. Een vraagstelling die niet met ja of nee is te beantwoorden. In de loop der jaren zijn zienswijzen hierop enigszins veranderd en zo leven we nu in een tijd waar duidelijkheid, herkenbaarheid en aantrekkelijkheid van je eigen (huis)stijl voorop staat en je geacht wordt om met je vingers van iemand anders huisstijl af te blijven. Om uit de absurde gelijkheidsgedachte van meningen te komen, werd uiteindelijk de vraag aan ChatGPT gesteld. Die met het volgende antwoord komt; “Ja, het is goede praktijk om de huisstijl van de klant op te nemen in uw eigen offerte.”. (Voor de compleetheid, in het Engels was het antwoord genuanceerder: “ Using the customer’s colors in your proposal can be a strategic and effective choice”.)
Allereerst lijkt het mij nooit aan te bevelen om een taalmodel als scherprechter in te zetten, maar gezien de belachelijke en zinloze antwoorden is het ook nog eens een zorgelijke optie. Met name wanneer aan het tool autoriteit wordt toegekend en het antwoord als waarheid wordt beschouwd. Niet de schuld van het tool. Maar absoluut een teken dat gebruikers vaak te lui zijn om zich uit de huidige desinformatiedrek over bid- & proposalmanagement te onttrekken en liever wegzinken in eigen blubber.
Tools als ChatGPT zijn geen betrouwbare bronnen voor feitelijke informatie. Simpelweg omdat ze gebaseerd zijn op patronen in plaats van kennis. Patronen veelal ontsproten op de even vruchtbare als onbetrouwbare bodem van platformen waar biddemagogen hun pseudowetenschap spuien. Ondeugdelijke informatie, omdat het niet onderzocht en bewezen is, omdat het aansluit bij de gemakkelijkste weg en omdat leugens zich nu eenmaal sneller verspreiden dan waarheden.
We hebben al eerder gezien dat biddemagogen graag simplistische antwoorden op alles propaganderen. Wie kent niet de mythe dat proposals objectief beoordeeld worden, of mijn ‘all time favorite’: tekstschrijvers winnen aanbestedingen…. Dit blijven hardnekkige vlekken die maar lastig zijn weg te poetsen. Laten we het bid- en proposalmanagement helder houden en het gevaar dat AI als ‘oplossing voor alles’ wordt beschouwd niet zo’n vlek laten worden.
Wat het bovenstaande betekent, is dat we ons als bid- & proposalprofessionals en de organisaties waarin we ons bewegen niet alleen op vakkennis of ervaring moeten richten. Het betekent vooral dat we in staat moeten zijn om zelf de waarde en relevantie van informatie te beoordelen. Wat kennis en beheersing vereist van best practices, kwaliteitscriteria en normen. Zodat we uitspraken kunnen wegen, misleidende informatie, drogredenen en pseudowetenschap kunnen identificeren.
Waardoor we niet alleen het demagogische gevaar elimineren maar ook de voorgeschotelde geneugten van AI-tools kunnen laten smaken. Natuurlijk vereist dat de bereidheid om de mentale inspanning te leveren die nodig is om het voortdurend toe te passen. Maar de beloning is te vinden in het gemakkelijker doorzien van gebrekkige redeneringen en het vermogen kennis efficiënter en effectiever in te zetten in overtuigende proposals.